Wat is schematherapie?

Schematherapie is een integratieve vorm van psychotherapie, ontwikkeld door Jeffrey Young. De therapie richt zich op hardnekkige patronen in denken, voelen en doen, vaak ontstaan door onvervulde emotionele basisbehoeften in de kindertijd. Binnen schematherapie staan drie pijlers centraal:

 

1. De taal van modi, schema’s en basisbehoeften

Schematherapie werkt met het idee dat ieder mens fundamentele emotionele basisbehoeften heeft. Als deze in de jeugd onvoldoende zijn vervuld, kunnen er negatieve overtuigingen (schema’s) ontstaan, zoals ‘ik ben niet belangrijk’ of ‘anderen zijn niet te vertrouwen’. Wanneer zulke schema’s worden geactiveerd, ontstaan er gemoedstoestanden—zogeheten modi—die het gedrag en gevoel in dat moment bepalen.

Er worden vier soorten modi onderscheiden:

  • Kindmodi: Emotionele pijn uit het verleden komt naar voren.
  • Copingmodi: Overlevingsstrategieën om pijn niet te voelen (zoals vermijden of pleasen).
  • Kritische modi: Interne kritische stemmen die ontstaan zijn vanuit negatieve jeugdervaringen.
  • Gezonde Volwassene: De kant die zelfzorg biedt, grenzen stelt en gezonde keuzes maakt.

Therapie is gericht op het versterken van deze Gezonde Volwassene en het herstellen van contact met onderdrukte gevoelens en behoeften.

 

2. De therapeutische relatie: limited reparenting

Schematherapie maakt gebruik van een warme, betrokken behandelrelatie. De therapeut fungeert als een ‘gezonde ouder’ binnen professionele grenzen en biedt de cliënt nieuwe ervaringen die kunnen helpen om oude pijn te helen. Dit wordt ook wel limited reparenting genoemd. De therapeut sluit persoonlijk aan bij de gemiste behoeften van de cliënt, bijvoorbeeld door in imaginatie-oefeningen bescherming of steun te bieden.

 

3. Integratie van cognitieve, gedragsmatige en emotiegerichte technieken

Schematherapie combineert inzichten uit verschillende therapievormen. Vooral de emotiegerichte technieken maken de therapie krachtig. Door middel van bijvoorbeeld:

  • Imaginaire rescripting: betekenisvolle herinneringen worden opnieuw beleefd en positief bijgestuurd.
  • Stoelentechnieken: interne conflicten worden inzichtelijk gemaakt en doorleefd.

Deze technieken helpen cliënten niet alleen om te begrijpen wat hen drijft, maar ook om te voelen wat zij gemist hebben en alsnog nodig hebben.

 

Behandeldoelen

De behandeling is erop gericht om:

  • De behoeften van het Kind te herkennen en alsnog te vervullen;
  • De Kritische kanten (innerlijke stem die oordeelt, afwijst of eist) te verminderen;
  • Copingstrategieën als vermijding of omkering minder noodzakelijk te maken;
  • De Gezonde Volwassene te versterken, zodat de cliënt zelf leiding kan nemen in het omgaan met emoties, relaties en keuzes.

Fasering van de therapie

De behandeling kent een duidelijke structuur van drie fasen:

1. Beginfase

Focus op kennismaken met het model, begrijpen van schema’s en modi, en het opdoen van eerste emotionele ervaringen met technieken zoals imaginatie en stoelwerk.

2. Middenfase

Cliënt leert actief nieuw gedrag uitproberen, de Gezonde Volwassene te versterken, en meer regie te nemen in het dagelijks leven. De therapeut ondersteunt hierin als coach.

3. Eindfase

De cliënt past de geleerde inzichten zelfstandig toe in het dagelijks leven, maakt belangrijke keuzes en neemt duurzame stappen richting herstel. De therapeut ondersteunt vanaf de zijlijn.

 

Effectiviteit schematherapie

Schematherapie heeft zich de afgelopen decennia bewezen als een krachtige en effectieve behandelvorm, met name voor persoonlijkheidsstoornissen. Uit onderzoek blijkt dat schematherapie in individuele setting bijzonder effectief is in de behandeling van de borderline persoonlijkheidsstoornis (Giesen-Bloo et al., 2006; Nadort et al., 2009). Ook in groepsverband zijn sterke resultaten gevonden voor deze doelgroep (Arntz et al., 2023).

Daarnaast toont onderzoek aan dat schematherapie effectief is bij cliënten met cluster C persoonlijkheidsstoornissen (Bamelis et al., 2014) en depressieve stoornissen (Renner et al., 2016). Verder zijn er veelbelovende aanwijzingen dat schematherapie ook ingezet kan worden bij therapieresistente angst- en dwangstoornissen (Woelk et al., submitted) en eetstoornissen (Simpson et al., 2010).